Dutch Product Quizzes: Common Words in Dutch

These questions are based on material from the Dutch Title "Common Words in Dutch".

True/False

Instructions: Read each statement carefully. If the sentence is true, select the button in front of the "T". If the statement is false, select the button in front of the "F".

Example: Bijna alle Nederlanders spreken Engels .

1. Enschede is een stadje dichtbij de Duitse grens.
2. Het paleis van de koningin is in Amsterdam.
3. In het noorden van Belgiƫ spreken de meeste mensen Frans.
4. In Nederland spreken de meeste mensen vreemde talen want bijna niemand spreekt Nederlands.
5. Regenachtig weer is heel gewoon in Nederland.
6. Engels is een moeilijke taal voor Nederlanders.
7. De meeste kinderen in Nederland gaan naar school als ze vier jaar zijn.
8. Nederland ligt net zo noorderlijk als Canada.
9. Oudere mensen gaan tijdens de winter vaak naar Italiƫ.
10. De meeste Nederlanders hebben een auto.



Practice Makes Perfect
Back to Quiz

We also offer a more general Dutch Proficiency Test if you want to test your Dutch language skills.